Waarom puzzelen goed voor je is.

Puzzelen is niet alleen een ontspannen bezigheid, het is ook hartstikke goed voor je brein.

Als je een legpuzzel maakt gebruik je beide hersenhelften: de rechter (de creatieve kant) om het plaatje te herkennen en de linker (de analytische kant) om de vormen logisch te sorteren. Als je hersenhelften samenwerken worden er verbindingen gecreëerd tussen beide helften, maar ook tussen individuele hersencellen. Deze verbindingen verhogen je vermogen om te leren, te begrijpen en te onthouden.

Door te puzzelen train je je brein om dingen vanuit verschillende invalshoeken te zien. Daardoor word je beter in kritisch analyseren en nieuwe of creatieve oplossingen bedenken. Een moeilijke puzzel is daarnaast een mooie les in geduld, niet opgeven en leren van je fouten.

Puzzels helpen ons om te ontspannen. Puzzelen is namelijk een hele ‘mindful’ bezigheid, waarbij we ons focussen op één taak. Daarvan raken we in de ‘alfa-staat’, waarin we alert maar toch ontspannen zijn. Het zorgt ervoor dat je minder stress hebt, je stemming verbetert en je beter kunt leren.

Waarom werkt puzzelen nou zo verslavend? Omdat iedere keer als je een puzzelstukje neerlegt, en dan vooral dat ene stukje waar je zo lang naar hebt gezocht, je lichaam dopamine aanmaakt. Dit stofje wordt ook wel het gelukshormoon genoemd, het speelt een belangrijke rol in het beloningssysteem voor de hersenen. Daarom krijgen we van puzzelen zo’n blij en voldaan gevoel en zin om de puzzel af te maken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *